Informatie over vulkanen en vulkaanuitbarstingen.
Woensdag 30-10-2024
Mount Vesuvius is een stratovulkaan gelegen in Italië ten zuidoosten van Napels. Deze vulkaan ontstond door subductie van de Afrikaanse plaat onder de Euraziatische plaat. Het is de enige vulkaan op het Europese vasteland die in de laatste honderd jaar tot uitbarsting is gekomen. De twee andere Italiaanse vulkanen (Etna en Stromboli) zijn gelegen op eilanden. Vesuvius wordt nog steeds gezien als een actieve vulkaan, hoewel de huidige activiteit van de vulkaan niet veel meer is dan het produceren van stoom. Mount Vesuvius heeft momenteel een hoogte van 1.281 meter, waarmee het de tweede grootste vulkaan van Italië is.
Eigenlijk bestaat de berg die wij Vesuvius noemen uit twee vulkanen. Mount Somma is de oorspronkelijke vulkaan die ongeveer 17.000 jaar geleden begon te vormen. Mount Somma is sinds dien groter geworden als gevolg van latere uitbarstingen, tot het jaar 79 na Christus. Bij deze eruptie stortte de top van de vulkaan Mount Somma in en vormde een caldera, in deze caldera ontstond de vulkaan Vesuvius. De Vesuvius ontstond dus eigenlijk tijdens de eruptie van 79 en is gedeeltelijk omsloten door resten van Mount Somma. Omdat de lava die bij de eruptie vrijkwam uit de Vesuvius afkomstig is, zeggen we dat de Vesuvius de vulkaan was die in 79 na Christus tot uitbarsting kwam. Maar voor de volledigheid wordt deze vulkaan ook wel het Somma-Vesuvius complex genoemd.
Mount Vesuvius is het meest bekend van de vulkaanuitbarsting in 79 na Christus, die leidde tot de vernietiging van de Romeinse steden Pompeii en Herculaneum en de dood van naar schatting 10.000 tot 25.000 mensen. Sindsdien is Mount Vesuvius vele malen tot uitbarsting gekomen. Vandaag de dag wordt Mount Vesuvius gezien als een van de meest gevaarlijke vulkanen ter wereld, omdat 3 miljoen mensen in de buurt van deze vulkaan wonen en omdat deze vulkaan de neiging heeft tot explosieve (pliniaanse) erupties. Het gebied rondom Mount Vesuvius is het dichtst bevolkte vulkanische gebied ter wereld.
Mount Vesuvius werd door de Oude Grieken en Romeinen aanbeden. De Romeinen, in ieder geval het “gewone volk” wisten voor de eruptie van 79 niet dat Mount Vesuvius een vulkaan was. De stad Herculaneum, gebouwd aan de basis van Mount Vesuvius, werd vernoemd naar de Griekse held en halfgod Herakles ofwel Hercules (Latijn).
Pompeii: The Last Day. Deze mooie documentaire van de BBC geeft een goede impressie van hoe de inwoners van Pompeii in 79 de eruptie van Mount Vesuvius kunnen hebben beleeft. Voor geinteresseerden, te koop bij bol.com.
Mount Vesuvius’s meest bekende eruptie vond plaats in 79 na Christus en werd voorafgegaan door verscheidene andere erupties, waaronder tenminste drie vulkaanuitbarstingen die nog veel groter waren. Rond 1800 vóór Christus vond de Avellino eruptie plaats met een geschatte kracht van VEI 6, waarbij verschillende nederzettingen uit de bronzen eeuw onder een dikke laag as kwamen te liggen.
De vulkaan barstte opnieuw uit in 1631 na Christus met een kracht van VEI 4. Er viel toen zelfs vulkanische as van Vesuvius in Constantinopel (Istanbul), meer dan 1200 km verderop. Later kwam Mount Vesuvius nog zes keer tot uitbarsting in de 18e eeuw, acht keer in de 19e eeuw, en in 1906, 1929 en 1944. Sinds 1944 hebben er geen erupties meer plaatsgevonden, maar geen van de uitbarstingen na 79 na Christus waren van vergelijkbare grootte en kracht. Sinds 1944 hebben er enkele aardverschuivingen in de krater plaatsgevonden, waardoor wolken van as de atmosfeer in rezen en vals alarm voor een eruptie werd geslagen.
Mount Vesuvius ontstond ongeveer 25.000 jaar geleden, hoewel het gebied waar de Vesuvius zich bevindt al tenminste 400.000 jaar vulkanische activiteit vertoont. Mount Vesuvius is opgebouwd uit gestolde lava afgewisseld met lagen pyroclastisch materiaal (zoals as en stenen) als gevolg van enkele explosieve erupties ertussendoor. Vulkanen met een dergelijke opbouw worden stratovulkanen genoemd. Ongeveer 19.000 jaar geleden veranderde de eruptiestijl naar een opeenvolging van grote explosieve pliniaanse erupties, waarvan de eruptie in 79 na Christus de laatste was.
Vlak voor de eruptie van Mount Vesuvius in 79 na Christus was het gebied rondom Vesuvius dicht bevolkt met dorpen en kleine steden als Pompeii. De hellingen van Mount Vesuvius waren bedekt met wijngaarden en akkers.
In de eerste eeuw was Pompeii een voor die tijd erg grote en welvarende stad rondom de basis van Mount Vesuvius. Het gebied rondom Mount Vesuvius had een aanzienlijke bevolkingsomvang die voorspoedig groeide door de grote vruchtbaarheid van het gebied. Pompeii werd verwoest en begraven onder een dikke laag as tijdens de eruptie van Mount Vesuvius. Maar Pompeii was niet de enige stad die getroffen werd door de vulkaanuitbarsting. De meesten van de naburige steden en dorpen werden net zo erg getroffen door de eruptie van 79 na Christus, waarvan Herculaneum en Oplontis de meest bekenden zijn. Tijdens de eruptie van de Vesuvius van 79 na Christus, die vermoedelijk ongeveer 19 uur duurde, werd ongeveer 4 km3 vulkanisch materiaal de lucht in geslingerd. Dit vulkanisch materiaal werd ten zuiden en zuidoosten van de vulkaan afgezet. Op Pompeii viel ongeveer 3 meter vulkanisch materiaal (tephra). De witte as die bij deze eruptie vrijkwam bestond voornamelijk uit leuciet en fonoliet (klanksteen).
De vulkaanuitbarsting van Mount Vesuvius werd voorafgegaan aan een krachtige aardbeving 17 jaar eerder, op 5 februari 62. Deze aardbeving leidde tot vernietiging rondom de Golf van Napels en van Pompeii in het bijzonder. Ten tijden van de uitbarsting van Mount Vesuvius was een deel van de schade van de aardbeving nog steeds niet gerepareerd. Deze aardbeving hoeft echter niets te maken te hebben gehad met het ontwaken van de vulkaan, het kan ook gewoon een tektonisch verschijnsel zijn.
Een andere kleinere aardbeving vond plaats in 64 na Christus. De Romeinen raakten gewend aan kleine aardschokken in de regio. Op 20 augustus 79 vonden enkele kleine aardbevingen plaats, die in de loop van de daarop volgende vier dagen steeds frequenter voorkwamen. Deze voortekenen van een eruptie werden door de Romeinen niet herkend. Het is interessant te weten dat de Romeinen geen woord hadden voor een vulkaan, maar alleen een vage schets van andere vergelijkbare bergen als Mount Etna. Op de middag van 24 augustus 79 begon een catastrofale eruptie van de vulkaan Vesuvius. De eruptie verwoestte het gebied rondom Mount Vesuvius en begroef Pompeii en andere nederzettingen onder een dikke laag as. Toevallig vond de eruptie een dag na vulcanalia plaats, een festival ter ere van de Romeinse god van het vuur.
De eruptie van Vesuvius op 24 en 25 augustus 79 is op te delen in twee fasen: een pliniaanse eruptie die 18 tot 20 uur duurde en een regen van puin ten zuiden van de vulkaan veroorzaakte. In Pompeii bereikte deze puinafzetting een hoogte van ongeveer 3 meter. De tweede fase van de eruptie is de pyroclastische stroom die naar het (noord)westen was gericht en tot aan Misenum kwam. Twee pyroclastische stromen overspoelden Pompeii en veroorzaakte verbranding en verstikking van de achterblijvers. De steden Oplontis en Herculaneum kregen het ook hard te verduren en werden begraven onder een dikke laag fijne as en andere pyroclastische afzettingen.
Kaart van de omgeving van Mount Vesuvius ten tijde van de eruptie in 79. De zwarte wolk stelt de verspreiding van as voor.
Het enige overgebleven betrouwbare verslag van een ooggetuige van de eruptie is dat van Plinius de Jongere, een 17 jarige schrijver ten tijde van de eruptie. Dit verslag bestond uit twee brieven die Plinius de Jongere schreef aan de historicus Tacitus. Plinius de Jongere observeerde de eruptie vanuit Misenum (aan de overkant van de Golf van Napels, ongeveer 35 km van Mount Vesuvius.) Terwijl zijn oom richting het rampgebied zeilde, zag Plinius de Jongere een extreem dichtte en snel rijzende wolk boven de vulkaan.
“Ik kan u geen exactere beschrijving geven van hoe het eruit zag, dan door het te vergelijken met een pijnboom; omdat het omhoog schoot tot een grootte hoogte in de vorm van een lange slurf, die uitspreidde aan de top alsof het takken waren. (...) Nu en dan was het helderder, nu en dan duisterder en gevlekt, alsof het meer of minder gevuld was met aarde en as.” (Bron: Sixth Book of Letters, Letter 16)
Zo beschreef Plinius de Jongere de eruptiekolom van Mount Vesuvius in een van zijn brieven aan de historicus Tacitus. Volgens huidige schattingen moet de eruptiekolom meer dan 32 km hoog zijn geweest.
Plinius de Jongere beschreef de wolk die de flanken van de berg af raasde en alles rondom de vulkaan bedekte, waaronder de omringende zee. Dit vulkanische verschijnsel is vandaag de dag bekend als een pyroclastische stroom. Dit is een wolk van heet gas, as en gesteente dat afkomstig is uit de vulkaan. Uit onderzoek naar het vulkanische gesteente dat in Pompeii is afgezet, is geconcludeerd dat de as een temperatuur had van ongeveer 850 °C toen het de krater van de Vesuvius verliet en was afgekoeld tot 350 °C tegen de tijd dat het de stad bereikte.
Plinius de Jongere schreef ook in zijn verslag dat er voor de eruptie meerdere aardschokken waren gevoeld, die werden gevolgd door een erg hevig schudden van de grond. Later vielen er ook dikke platen as en het dorp waarin Plinius verbleef (Misenum) werd geëvacueerd. Ook beschreef Plinius dat overdag alles in duisternis was gehuld. Daarnaast beschreef hij een verschijnsel wat wij nu een tsunami noemen, dat ontstond als gevolg van aardbevingen de samengingen met de eruptie van Mount Vesuvius.
Schattingen van de bevolkingsomvang van Pompeii variëren van 10.000 tot 25.000 en de bevolkingsomvang van Herculaneum is geschat op ongeveer 5.000 inwoners ten tijde van de eruptie. Het is niet bekend hoeveel mensen omkwamen bij de eruptie van Mount Vesuvius. In en rond Pompeii zijn ongeveer 1.150 overblijfselen van lichamen of afdrukken van lichamen in de as afzettingen gevonden. De overblijfselen van ongeveer 350 lichamen zijn gevonden in Herculaneum. Deze aantallen moeten echter een grote onderschatting zijn van het totaal aantal dodelijke slachtoffers in de regio van de eruptie. Naar schatting overleden 10.000 tot 25.000 mensen als gevolg van de eruptie van Mount Vesuvius van 79 na Christus.
Achtendertig procent van de slachtoffers in Pompeii werden gevonden in as afzettingen, waarvan de meerderheid in gebouwen. Deze slachtoffers zijn vermoedelijk gestorven door het instorten van daken. Een kleiner aantal slachtoffers is buiten gevonden, welke vermoedelijk om het leven zijn gekomen door vallende dakpannen of door grotere stenen die uit de vulkaan werden geslingerd (zogenaamde vulkanische bommen). Dit is een behoorlijk verschil vergeleken met de slachtoffers van huidige vulkaanuitbarstingen. Sinds de laatste vierhonderd jaar is maar ongeveer 4 procent van de slachtoffers van explosieve erupties omgekomen door asregens. De overgebleven 62% van de dodelijke slachtoffers werd gevonden in pyroclastische afzettingen (Lisetta Giacomelli et al, 2003) en zijn dus vermoedelijk om het leven gekomen als gevolg van een pyroclastische stroom. Bij deze slachtoffers zijn hoge temperaturen van de pyroclastische stroom waarschijnlijk de grootste doodsoorzaak geweest, zo blijkt uit onderzoek aan kleding, muurschilderingen en skeletten van de slachtoffers. Deze individuen vertonen geen bewijs van een zelfbeschermende reactie, wat erop wijst dat de activiteit van hun vitale organen het eerder begaf dan de reactietijd. Deze mensen hebben dus niet veel geleden, maar stierven direct.
Herculaneum - dat veel dichter bij de krater ligt - werd door de windrichting gered van asregens, maar werd begraven onder 23 meter pyroclastische afzetting. Het is waarschijnlijk dat veruit de meeste slachtoffers in deze kleine stad omkwamen door pyroclastische stromen, vooral gegeven het bewijs van hoge temperaturen die zijn gevonden aan de skeletten van de slachtoffers en in het verkoolde hout dat in veel van de gebouwen is gevonden.
Pompeii en Herculaneum zijn nooit herbouwd, hoewel overlevenden van de ramp en plunderaars uitgraving ondernamen na de verwoesting. De uitbarsting van Mount Vesuvius veranderde de loop van de Sarno Rivier en verhoogde het strand, waardoor Pompeii niet maar aan de rivier noch aan de kust lag. De locatie van deze kleine steden werd uiteindelijk vergeten, totdat deze per ongeluk werden herontdekt in de 18e eeuw. Vesuvius zelf onderging grote veranderingen als gevolg van de eruptie; de hellingen werden ontdaan van vegetatie en de top van de vulkaan is aanzienlijk veranderd door de kracht van de eruptie.
De eruptie van 79 is onderzocht door hedendaagse historici en het is nu universeel geaccepteerd dat de eruptie van Mount Vesuvius op 24 augustus 79 begon. Echter de archeologische uitgravingen van Pompeii wijzen erop dat Pompeii pas enkele maanden later is begraven onder de as. Zo dragen de mensen die onder de as begraven zijn warmere kleding dan de zomerkleding die verwacht zou worden in augustus. Het verse fruit en de groenten in de winkels ten tijde van de eruptie zijn typisch voor oktober, en het zomer fruit wat typisch is voor augustus werd al verkocht in gedroogde of geconserveerde vorm. Wijn fermentatietonnen waren al verzegeld, wat zou gebeuren rond het einde van oktober. Tot op heden is er geen definitieve verklaring voor deze ogenschijnlijke tegenstrijdigheid.
Sinds de eruptie van 79 is Mount Vesuvius ongeveer 40 keer tot uitbarsting gekomen. Vesuvius was actief in de 10e eeuw, maar werd aan het einde van de 13e eeuw een slapende vulkaan en Mount Vesuvius werd in de daarop volgende jaren net als vroeger bedekt met wijngaarden. Gedurende deze periode was zelfs de krater gevuld met struikgewas.
In december 1631 onderging Mount Vesuvius een nieuwe en behoorlijk destructieve fase in, toen een grote eruptie vele dorpen begroef onder lavastromen, waarbij ongeveer 3.000 mensen om het leven kwamen. In de periode hierna was Mount Vesuvius bijna continu actief met relatief erge erupties in 1660, 1682, 1694, 1698, 1707, 1737, 1760, 1767, 1779, 1794, 1822, 1834, 1839, 1850, 1855, 1861, 1868, 1872, 1906, 1926, 1929, and 1944. Bij de eruptie van 1906 kwamen meer dan 100 mensen om het leven en kwam de grootste hoeveelheid lava van Mount Vesuvius vrij die ooit is waargenomen.
In 1944 vond de laatste eruptie van Mount Vesuvius plaats. Hierbij werden de dorpen San Sebastiano al Vesuvio, Massa di Somma, Ottaviano en een deel van San Giorgio a Cremano verwoest. Van 6 januari tot 23 februari 1944 verschenen er lavastromen op de helling van Mount Vesuvius. Vanaf 13 maart vonden er kleine explosies plaats totdat de grote explosie plaatsvond op 18 maart 1944. De eruptie kon worden gezien vanuit Napels.
De vulkaan vertoont sinds de eruptie van 1944 geen activiteit meer en is dus een slapende vulkaan. De voorgaande paar eeuwen varieerden de rustperiodes van 18 maanden tot 8 jaar. De huidige rustperiode is de langste in bijna 500 jaar tijd. Hoewel het niet waarschijnlijk is dat Vesuvius in de nabije toekomst tot een eruptie komt, wordt het gevaar van toekomstige erupties gezien als heel groot omdat de vulkaan de neiging heeft naar plotselinge, extreem explosieve erupties en omdat de bevolkingsdichtheid op en rondom de vulkaan erg groot is.
De hoeveelheid magma dat bij een eruptie van Mount Vesuvius aan het oppervlak komt neemt ongeveer lineair toe met een snelheid van ongeveer 0.001 km3 per jaar, zo blijkt uit analyse van eerdere erupties. Dit betekent dat, wanneer Mount Vesuvius binnenkort tot uitbarsting zou komen, er bij ruwe benadering een volume van 0.07 km3 magma aan het oppervlak kan komen.
Het noodplan voor een eruptie van Mount Vesuvius gaat ervan uit dat de eruptie in het ergste geval van vergelijkbare grootte en hetzelfde type is als de eruptie van 1631, een VEI 4 eruptie. In dit scenario kunnen de hellingen van de vulkaan blootgesteld worden pyroclastische stromen, terwijl het omliggende gebied te maken kan krijgen met asregens. Door de overheersende windrichting lopen steden ten zuiden en oosten van de vulkaan het meeste risico op asregens. Aangenomen wordt dat een puinafzetting van meer dan 100 kg/m2, waarbij mensen risico lopen doordat daken in kunnen storen, zich uit kunnen strekken tot Avellino in het oosten of Salerno in het zuidoosten. Richting Napels, ten noordwesten van Mount Vesuvius, wordt aangenomen dat de gevarenzone van puinafzetting niet verder reikt dan de hellingen van de vulkaan (Kilburn et al, 2001). De specifieke gebieden die daadwerkelijk worden getroffen door de asregens hangt af van de omstandigheden ten tijde van de eruptie.
Het noodplan gaat ervan uit dat tussen 14 en 20 dagen voor de eruptie bekend is dat de vulkaan tot uitbarsting komt. Het noodplan voorziet in de evacuatie van 600.000 mensen, bijna alle mensen die in de rode zone (de zone met het grootste risico op pyroclastische stromen) van de eruptie wonen. De evacuatie met treinen, veerboten, auto’s en bussen is gepland ongeveer 7 dagen te duren. Het dilemma bij voortekenen van een eruptie is altijd wanneer te beginnen met evacueren. Te laat beginnen met evacueren kan vele levens kosten, maar te snel of onnodig evacueren kost miljarden euro’s.
De autoriteiten in het gebied rondom Mount Vesuvius doen hen best het aantal mensen dat in de rode zone leeft te verminderen, door het geven van een financiële stimulans aan mensen die uit dit gebied vertrekken. Ook is het bovenste deel van de vulkaan uitgroepen tot een nationaal park, zodat daar niet gebouwd mag worden. Het onderliggende doel is het terugdringen van de tijd die nodig is om het gebied te evacueren. De komende twintig jaar moet deze evacuatietijd teruggedrongen zijn naar 2 tot 3 dagen.
De vulkaan Vesuvius wordt goed in de gaten gehouden door de Osservatorio Vesuvio in Napels met een netwerk van seismische en gravimetrische stations, in combinatie met GPS en radar om de bewegingen van de grond te meten en analyse van gassen uitgestoten uit fumarolen. Deze observaties worden gedaan met het doel magma onder de vulkaan te kunnen volgen. Tot op heden is er geen magma binnen een straal van 10 km onder de oppervlakte van de vulkaan gemeten (Kilburn et al, 2001).
Het gebied rondom Vesuvius is op 5 juni 1995 officieel tot nationaal park verklaard. De top van de Vesuvius is open voor bezoekers en er is een klein netwerk van paden rondom de berg. Mount Vesuvius kan over de weg bereikt worden tot een afstand van 200 meter van de top, daarna is alleen toegang te voet mogelijk. Er is een spiraalvormig pad rondom de vulkaan om van de weg naar de krater te komen.
Pompeii trekt ieder jaar meer dan 2,5 miljoen toeristen, en is daarmee een van de populairste toeristische bestemmingen van Italië. Pompeii maakt ook deel uit van het Vesuvius National Park en staat sinds 1997 op de werelderfgoed lijst van UNESCO. Als je in de buurt van Mount Vesuvius en Pompeii op vakantie bent, is het zeer de moeite waard een bezoek aan de vulkaan te brengen. Een bezoek aan Pompeii is ook erg interessant, omdat je daar een beeld kunt vormen van hoe de mensen in Pompeii leefden ten tijde van de uitbarsting van de Vesuvius, bijna 2.000 jaar geleden.
Referenties:
Andere interessante artikelen:
Copyright © Vulkanisme.nl 2009 - 2024.